dinsdag 31 januari 2017

Zeeuwse happy birthday

Zondag was dochter jarig.
Haar verlanglijstje?
Nog eens ‘net als in de goeie oude tijd’ met de hele bende van hotel mama op stap.
CeT kwam met een goed plan.
Dochter houdt van de zee en het strand.
Waarom niet eens naar Zeeland rijden?.
Dan werd het meteen een ‘buitenlands’ reisje.
Nog eens met zijn allen samen in de minibus...


Middelburg en Westkapelle.
Ik had het uitstapje wel een beetje voorbereid.
Picknicken in de winter zie ik niet zitten.
En als je ergens met een hele bende naar toe wilt, kan je maar beter reserveren.
Ik zocht dus van tevoren een restaurantje of brasserie in Middelburg.
Oei, dat was niet zo makkelijk.
Vele restaurants en eethuisjes waren gesloten in deze periode of gingen pas ’s avonds open.
En CeT wou ‘écht warm’ eten: geen tosti, omelet of kroket. Nee , liefst nog Zeeuwse mosselen.
Tja wij blijven toch wel Bourgondiërs, hé.
Ja hoor, ik vond een eethuisje in Middelburg waar ze mosselen - friet serveerden én waar ik makkelijk kon reserveren.
Ze beloofden me een leuk plaatsje.
En we werden niet ontgoocheld.
CeT en dochter blij met hun mosseltjes.
De rest blij met ‘ eens iets anders dan bij ons’.
We genóten van ons dagje Zeeland.

En wat hebben we geleerd?
  • Middelburg is een heel aangenaam stadje met leuke steegjes en watertjes.


  • Nederlandse restaurants hebben 2 menukaarten: eentje voor de lunch en eentje voor het avondeten. En nee, die zijn niet hetzelfde. Wil je uitgebreid eten, dan moet je ’s avonds uit eten gaan. ’s Middags krijg je vooral brood.
                           
  • Ik ben verzot op karnemelk! In Nederland kan je zomaar een glas karnemelk vragen in een eethuisje. Niemand vindt dat eigenaardig. Heerlijk toch! 

  • Zeeland in de winter is rustig, heel rustig. Maar daar hou ik absoluut heel erg van. Voor mij hoeven die massa’s mensen niet.

  • In Westkapelle kan je vlak naast de golven wandelen zonder je schoenen vuil te maken. Je wandelt gewoon op de dijk: asfalt tot aan het water.

                          
  • Nu ik de serie ‘de dijken breken’ heb gezien, zou ik me niet meer zo heel erg veilig voelen in Zeeland. De huizen liggen daar echt duidelijk lager dan het water. Hoewel… de dijk waarop wij wandelden zag er wel heel stevig en stoer uit.




vrijdag 27 januari 2017

Leutig gedicht



Ja, ik weet het, gedichtendag was gisteren.
Maar op donderdag heb ik écht geen tijd voor mijn blog (werk en koor).
Ik had van tevoren een blogpost kunnen aanmaken die ik dan gisteren kon publiceren.
Maar ik moet in hotel mama al zo vaak organiseren en anticiperen.
Mijn blog is mijn speeltuintje.
Hier hoef ik van mezelf niet efficiënt en georganiseerd te zijn.
Dus, waarom niet de dag nà gedichtendag een gedicht in de kijker zetten?

Ik hou van mooie woorden,
ik hou van gedichten,
en van een beetje gedateerde gedichten,
dingetjes die helemaal niet flitsend of modern zijn,
maar die toch het leven in enkele mooie gedachten kunnen vatten.

Onderstaand gedicht kennen jullie zeker allemaal.
Ik leerde het van mijn moeder.
Zelf leerde ze het wellicht op school.
Het gedicht is bijna een eeuw oud.
Maar toch is het heel actueel, vind ik.
Zou de wereld er niet veel mooier uit zien
als wij met zijn allen - waar ook ter wereld -
vóór het slapengaan
eens eerlijk in eigen hart zouden kijken?

't Is goed in 't eigen hert te kijken 
Nog even vóór het slapen gaan 
Of ik van dageraad tot avond 
Geen enkel hert heb zeer gedaan;

Of ik geen ogen heb doen schreien, 
Geen weemoed op een wezen lei; 
Of ik aan liefdeloze mensen 
Een woordeke van liefde zei.

En vind ik in het huis mijns herten, 
Dat ik één droefenis genas, 
Dat ik mijn armen heb gewonden 
Rondom één hoofd dat eenzaam was,

Dan voel ik, op mijn jonge lippen, 
Die goedheid lijk een avond-zoen. 
't Is goed in 't eigen hert te kijken 
En zó z'n ogen toe te doen.

Alice Nahon (1896 - 1933) Uit: Op zachte vooizekens , 1921 





Aan iedereen wens ik een leutige vrijdag!



dinsdag 24 januari 2017

Vertrek ik?

Soms kijk ik op Vitaya naar een aflevering van een Nederlandse serie.
Ze volgen er koppels die emigreren naar het buitenland.
Ik vind de serie grappig, verbazingwekkend, vaak emotioneel,
maar soms is het ook wel platte uitlach-TV.


Sommigen hebben hun verhuis goed voorbereid.
Ze kennen de plek waar ze terecht komen door en door,
want ze gingen er al vaak met vakantie.
Ze spreken de taal, kennen er vaak al enkele mensen, hebben een business-plan
(want de meesten willen een B&B, een camping of een hotel beginnen).
Dat lijkt me allemaal heel logisch.
Op die manier zou ik het ook doen, denk ik.

Anderen lijken me gewoon op een ingeving te handelen.
Ze zijn plots hun vaderland beu,
willen elders het geluk zoeken,
hebben zich nauwelijks voorbereid,
spreken de taal niet,
kennen de reglementeringen van het land niet,
kopen totaal verloederde bouwwerken op…
Daar kan ik minder in komen … hoewel het hen soms ook wel lukt om toch iets op te bouwen.


Het zet me wel telkens aan het denken.
Wat drijft mensen ertoe om alles en iedereen achter zich te laten
en op een totaal vreemde plek opnieuw te beginnen?
Sommigen laten hun kinderen achter of hun hulpbehoevende ouders.

En dan denk ik… zou ik het zelf kunnen?
Aan mijn geboortestreek ben ik niet heel erg gehecht.
Na mijn studies ben ik er weg getrokken
en heb me in een heel ander landsdeel gevestigd.
Waar ik nu woon, leef ik heel graag, maar ik ben niet aan het dorp gehecht.

En toch… emigreren zie ik niet zitten!
Waarom dan niet?
Ik wil de mensen rondom mij niet missen!
Mijn kinderen achterlaten of mijn ouders? Nee, dat zou ik écht niet kunnen.
Mijn ouders zijn ondertussen overleden. Ik woonde op 2 uur rijden van hen.
Toen ze ziek en hulpbehoevend werden, vond ik dat al veel te ver weg.
En stiekem hoop ik dat mijn 4 kinderen in eigen land blijven wonen,
zodat we elkaar vaak kunnen blijven zien.
En jij, zou jij emigreren?

vrijdag 20 januari 2017

Leutig voederen

Berenkoud is het buiten.
De vogeltjes in onze tuin zitten bibberend in de struiken.
Natuurlijk wil ik hen dan een beetje helpen.


Vorige maand hing ik vetbollen op.
Tevergeefs. De meesjes lieten zich niet zien. De bollen bleven gewoon hangen.
Ik stelde me vragen.
Misschien had ik niet de juiste bollen gekocht?
Misschien was het een overschotje van vorig jaar en dus niet meer zo lekker?
Even later las ik in de krant dat de mezen dit jaar in het noorden bleven wegens een zachte winter...


Maar nu het zo ijzig koud is, kocht ik een extra zak voeder voor wilde vogels.
Ik begon met één voederplek.
Géén goed idee. Onze Danny monopoliseerde de hele plek. Geen enkele andere vogel liet hij toe!

Ik begon met een tweede voederplek op een tweetal meter van de eerste.
Géén goed idee. Danny nestelde zich tussen de twee plekken en bewaakte ze allebei.


Dan maar een derde plek, nog eens twee meter verder.
Hij probeert het nog wel, maar hij kan niet op de drie plaatsen tegelijk zijn.
En nu durven eindelijk  het roodborstje, de vinken, de musjes en enkele meesjes een zaadje komen meepikken.
En ik? Ik geniet op deze leutige vrijdag van de bedrijvigheid rond mijn voederplekjes.

dinsdag 17 januari 2017

Hoeveel weeg jij?

Laten we het met zijn allen maar toegeven.
Na de feestdagen hebben we toch wel even gedacht:
“Oei, gaat mijn jeans nu niet een beetje moeilijker dicht?”
of
“Zie ik daar geen extra vetrolletje?”
Wie ging stiekem niet even op haar weegschaal staan?
Ik alvast wel.
Want zo’n weegschaal, die staat natuurlijk in elke badkamer.

Onze grootmoeders hadden zoiets niet.
Vroegen die zich nooit af wat hun gewicht was?
Wellicht wel veel minder dan wij.
Het schoonheidsideaal was voor hen minder onbereikbaar dan voor ons nu.
Zij lazen geen tijdschriften en keken geen TV.
Zij werden niet voortdurend geconfronteerd met de ideale maten van jonge vrouwen die nauwelijks hun tienerjaren zijn ontgroeid.
Nee hoor! Hun uitgezakte buikjes en menopauzale vetrolletjes snoerden zij zedig in een korset in.
En alle voorschriften over gezonde voeding?
Die bestonden voor hen gewoon niet.
Zij aten wat de tuin voortbracht en wat er toen op de markt of in de winkel te krijgen was.


En toch gingen ze ook af en toe op de weegschaal staan.
Toen ik vorige maand in het treinmuseum was, kwam de herinnering plots boven.
De publieke weegmachine in de stationswachtzaal.
Je gooide er een muntje in en je kreeg een kaartje met je gewicht.
Ik heb het mijn moeder ooit nog zien doen.
En als jong kind mocht ik het ook wel eens.
Wanneer die toestellen uit de stations verdwenen zijn, weet ik niet meer.
Maar ik heb ze wel nog gekend!
Jij ook?


vrijdag 13 januari 2017

Leutige voornemens

Ook voor mij is de maand januari  hét moment om goede voornemens te maken.
Eén daarvan is het goede voornemen om terug elke week een 'leutige vrijdag' post te schrijven.
Op de één of andere manier is dit er de laatste maanden een beetje bij ingeschoten.

Dus...
daar gaan we opnieuw met frisse moed.

Wat ik vandaag leutig vind?
Dat er GEEN sneeuw ligt!



Hou ik dan niet van sneeuw?
Jawel hoor!
Een sneeuwwandeling vind ik super!
Het mag van mij sneeuwen op elke vrije dag.
Op zo'n dag waarop niemand uit hotel mama de baan op moet.
Ik hou immers niet van sneeuw op de weg.
Ik weet het, ik ben een beetje flauw, maar ik kan er niets aan doen.
Ik word panisch als ik in de sneeuw moet rijden.
Dan zit ik bibberend en net niet huilend in mijn auto, omklem mijn stuur en bid dat ik niet ga schuiven ...
En nee, ik voel me niet beter op de passagierszetel.
Als het sneeuwt doe ik geen grote verplaatsingen. Tenzij met de bus of de trein.
En ja, af en toe kom ik onverwacht met mijn auto in een sneeuwbui terecht en dan heb ik achteraf een borreltje nodig om mijn bibberende benen te ontspannen.
En als ik weet dat één van mijn geliefden in de sneeuw moet rondrijden sta ik duizend angsten uit.
(ook al hebben zij zelf geen angst)


Vandaag moest ik écht mijn weekboodschappen doen.
Frank Deboosere voorspelde gisterenavond niets goeds: sneeuwbuien, hagelbuien, gladde wegen.
Stiekem had ik al in mijn voorraadkast gekeken. Kon ik niet een paar daagjes overleven zonder boodschappen?
Tja, tijdens het weekend is hotel mama vaak volzet en dan zijn er écht wel boodschappen nodig...

Maar kijk, deze morgen stond ik op en niks geen sneeuw op de weg.
Heerlijk toch!
Het maakt mijn hele vrijdag goed!

Aan elk van jullie wens ik een 'leutige sneeuwloze vrijdag' !

woensdag 11 januari 2017

Treinwereld

Elke dag op weg naar het werk, reed ik er voorbij.
Elke dag weer dacht ik: “Daar moet ik met mijn mannen naar toe!”
Het kwam er maar niet van.
Maar tussen Kerst en Nieuw hadden 3 van mijn mannen een dagje vrij.
Hét moment dus!
Het museum is ondertussen al meer dan een jaar open...



Trainworld in Schaarbeek.
Een museum met een Engelse naam.
Typisch Belgisch: wil je het een Vlaamse naam geven, dan zijn de Walen boos, geef je het een Franse naam dan voelen de Vlamingen zich benadeeld. Geef het kind dus maar een Engelse naam. Iedereen content!


Ik heb iets met treinen.
In mijn kinderjaren hadden mijn ouders nog geen auto.
Alles gebeurde dus met de trein: van daguitstapjes tot reizen naar het buitenland in een slaaptrein.
Toen mijn ouders een auto kochten werden de treinritjes veel minder talrijk.
Maar voor mij blijft een trein iets magisch, ondanks alle ellende die ik door de jaren heen ondervond op mijn ritjes naar het werk.

Als kind droomde ik er zelfs van om treinmachinist te worden. Tja, die job was toen exclusief voor mannen voorbehouden. Maar ik zag mezelf al helemaal zitten achter die hoge raampjes van een diesel-locomotief…


Vol verwachting stapte ik dus met mijn mannen het museum binnen.
Voor mij mocht het iets interactiever.
Het is vooral een verzameling van oude treinen en locomotieven.
Maar toch vond ik het wel fijn.

Er stond een echte TEE, de ondertussen niet meer bestaande Trans Europe Express met de zilverkleurige rijtuigen.  De trein waar ik als prille twintiger elke dag verlangend naar keek op weg naar het werk. Alleen… dat vervoermiddel lag toen boven mijn budget…


Een couchetterijtuig heb ik niet gezien en ook geen diesel-locomotief.
Dat vond ik een beetje jammer.
Maar er was wel een houten-banken-trein en een post-trein en een nagebouwd seinhuisje én een koninklijk rijtuig.


En natuurlijk reden we met zijn allen met de trein naar dit museum en dat alleen was al een unieke belevenis.

Reis jij ook graag met de trein?

vrijdag 6 januari 2017

Inspector Lynley

“Dag des oordeels”.
Dit is het boek van meer dan 600 blz. dat me de laatste dagen niet loslaat.
Ik vind de boeken van Elizabeth George altijd heel erg spannend.
Ik heb bijna de hele reeks gelezen.




Maar als ik een boek van deze auteur lees, dan denk ik altijd aan 'haar'.
Het is vele jaren geleden.
Ze woonde in Utrecht.
Ze begeleidde in onze firma een bibliotheek-automatiseringsproject.
We mailden en belden elkaar vaak over het project.
En toen kwam ze in Brussel het hele programma installeren.
We lachten samen om gekke spraakverwarringen.
Als een Vlaming zegt “Gij hebt een schoon kleedje aan.”
Moet een Nederlander begrijpen “Wat heb jij een mooie jurk.”
We raakten aan de praat. Over lezen. Over onze lievelingsboeken.
Zij was fan van Elizabeth George. Een voor mij onbekend auteur.
Inspector Lynley kwam toen nog lang niet op TV.
Op haar aanraden kocht ik een eerste boek en ... werd hopeloos verslaafd…

Zijn er nog verslaafden onder mijn lezers?

maandag 2 januari 2017

De nieuwjaarsbrief

Ik ben 9 jaar oud. De ‘voorplaats’ in het grootouderlijke huis.
Mijn grootouders zitten klaar, op de beste plaats, voor de buffetkast.
Alle nonkels en tantes in een halve kring rond hen.

Ik ben één van de 17 kleinkinderen.
We staan met zijn allen klaar in een lange rij. Gekleed in onze ‘beste’ kleren.
Met bonzend hart wacht ik mijn beurt af.
Mijn nieuwjaarsbrief hou ik stevig in mijn handen geklemd.




Die brief heb ik in opperste concentratie geschreven. Bij de juf, in de laatste schoolweek voor de vakantie. De juf schreef op het klasbord de brief voor. Wij schreven na. Heel voorzichtig doopten we onze pen in de inktpot, het inktlapje in aanslag. Dit keer mocht er écht geen vlekje op het blad komen. We moesten zo mooi mogelijk schrijven. Onze letters moesten zo sierlijk mogelijk zijn.
Elk van ons moest 3 brieven schrijven: eentje voor de ouders, eentje voor de peter en eentje voor de meter.


Nu sta ik hier dus te wachten mét de brief.
Straks is het mijn beurt.
Ik zal de brief voorlezen. Liefst zonder te struikelen over een moeilijk woord.
De toehoorders zijn talrijk: 14 volwassenen en de andere kinderen die reeds aan de beurt kwamen.
Daarna zal ik mijn brief overhandigen aan mijn meter of peter.
In ruil zal ik een omslag met ‘Nieuwjaarsgeld’ krijgen.
Een cent voor op mijn spaarboekje.
Na limonade en koekjes zullen we opgelucht samen gaan spelen.


Mijn grootouders zijn er al lang niet meer.
De traditie werd verdergezet in mijn ouderlijk huis, met de kleinkinderen van mijn ouders.
Nu ook zij er niet meer zijn, komen we toch nog steeds samen bij één van hun kinderen of kleinkinderen.
De nieuwjaarsbrieven worden niet meer geschreven met een pen en inktpot, maar ze zijn er nog!
En ook de plechtige wensen en beloften …

Bij het opruimen van het ouderlijk huis vond ik mijn oude nieuwjaarsbrieven die ik schreef voor mijn ouders. Uiteraard gingen die niet naar de stapel ‘oud papier’.

En... bestaat deze traditie bij jou ook?