vrijdag 23 februari 2018

De paternoster

Op deze stralend zonnige vrijdag
ben ik blij met een voorwerp.
Een voorwerp met een verhaal...

Onlangs ging ik op bezoek bij een tante.
Ze heeft een kanker waarvan ze niet meer zal genezen.

Tante bleef haar hele leven vrijgezel.
Ze bleef in het ouderlijk huis wonen.
Kinderen heeft ze uiteraard niet.
Wij, de kinderen van haar broer houden contact met haar.
Regelmatig trachten we haar ook te bezoeken.
Ze woont in mijn geboortestad.
Niet zo dichtbij dus.

Onlangs bezocht ik haar nog eens.
Ze houdt er de moed in en tracht vrolijk te blijven.
Tijdens mijn bezoek werd ze plots ernstig.
Ze wou me iets geven.
Iets dat absoluut in de familie moest blijven.

Zij had het gekregen van haar tante.
(die ook geen kinderen had, vermits ze een 'nonneke' was)
Die tante kreeg het van haar moeder,
die het op haar beurt van haar moeder kreeg.

Tante overhandigde me plechtig een 'paternoster'.
Ik beloofde er goed zorg voor te dragen
en de paternoster later aan mijn dochter door te geven.


Rozenhoedjes bid ik niet meer.
Al heel lang niet meer.
Ik denk sinds mijn prille kindertijd.

Maar de paternoster zal ik eerbiedig bewaren.
Hij werd duidelijk wel intensief gebruikt.
Het kruisje is gesneuveld, ooit afgebroken.


De materie waaruit hij is gemaakt kan ik niet thuis brengen...
Een soort been? Plastiek werd naar mijn weten in die tijd niet gebruikt...


Ik zal het kleinood koesteren als familiestuk,
als aandenken aan de vrouwen in mijn familie.
Mijn tante, mijn groottante, mijn overgrootmoeder en mijn over-overgrootmoeder.
Ik denk dat ik dan ergens in de eerste helft  van de 19de eeuw terecht kom.
Toen baden vrouwen nog rozenhoedjes.
Wie weet van hoeveel vreugde, verdriet, hoop en wanhoop
was deze paternoster getuige?



vrijdag 9 februari 2018

Morsig mezeke

Oh wat ben ik blij met de voedersilo die ik met Kerstmis kreeg.
Ik kan er uren naar kijken.
Goed verborgen op mijn PC-plekje heb ik een prima uitzicht
op mijn kleurrijke bezoekertjes.
Zij zien me niet, dus storen doe ik niet.


Nee, ik verzin geen namen.
Daarvoor zijn ze te talrijk.
Maar ik herken er toch enkelen.
Er is een mannetje en een vrouwtje vink.
Die komen nooit samen, altijd alleen.
Ook het roodborstje duldt geen mee-eters.
De meesjes daarentegen, die komen gewoon met zijn allen samen snoepen.




morsig mezeke


Eén mees herken ik al heel goed.
Hem heb ik wel een naam gegeven.
Ik noem hem 'morsig mezeke'.
Hij is een echte loeder!
Hij komt liefst alleen.
Dan steekt hij zijn bekje in de silo
- soms werkt hij ook met zijn poten -
en begint te sorteren.
Hij lust immers vooral de grotere zaden.
Al wat te klein of niet lekker genoeg is voor
'mezeke', gaat onverbiddelijk de grond op.
Gelukkig ruimen de mussen de rommel op.
Maar ook onze kippen hebben het plekje gevonden.
Ze zorgen ervoor dat er geen zaadje over blijft.




Eén klein meesje is stiekem mijn lievelingetje.
Hij is de enige die het waagt
(en die erin slaagt)
om in het plexi-glazen huisje aan mijn raam te eten.
Het huisje is niet zo handig.
Hoewel Natuurpunt het verkocht,
slagen de vogels er niet zo goed in om in het huisje te landen.
Behalve het dappere kleine meesje dus.
Zo heeft hij een voorraad waar hij alleen kan van genieten.


PS: met dit koude weer, vliegen de kilo's vogelzaad er hier supersnel door.