vrijdag 27 juli 2018

Een nieuwe huisgenoot

Ik belde met tante.
Haar dagen zijn geteld, zei ze me.
Ze herinnerde me aan mijn belofte.
Het ogenblik was aangebroken, vond ze.

Ik ging op zoek in haar tuin.
Vol vertrouwen stapte hij op me toe.
Ik stopte hem in een reiskooi.
Tante nam afscheid.
De koffer gevuld met zijn lievelingseten,
zijn slaapkussen en zijn dekentje,
installeerde ik hem naast me in de auto.
Hij was niet akkoord.

Een autorit van dik twee uur...
Hij gilde de hele tijd,
keek me uiterst verontwaardigd aan.
Hoe durfde ik!

Ik probeerde alles:
airco op,  airco af,
radio aan, radio uit,
zachtjes met hem praten,
een slaapliedje zingen,
niets hielp.
Hij bleef me ongelukkig aanstaren
en gilde zijn frustratie luidkeels uit.

Thuis bevrijdde ik hem uit zijn reiskooi.
Hij verdween meteen onder de kast.
Kon enkel gepaaid worden met een beetje ham.

Ik richtte het tuinhuis voor hem in.
Slapen moet hij voorlopig daar.
Binnen enkele dagen mag hij zijn nieuwe tuin verkennen
en de velden waarin hij op jacht kan.

Maar nu moet hij eerst nog een beetje binnen blijven,
wennen aan zijn nieuwe thuis,
kennis maken met de bewoners.
Hij verschanst zich onder de kast,
vindt enkele vergeten stofwebben.
Een bordje zalm kan hem wel verleiden,
maar hij blijft op zijn hoede.
Heel even gaat hij in op een schuchter spelletje.
Ik laat hem zijn eigen ritme volgen

Morgen zal hij kennis maken met poes Muis.
Ik bid dat het goed gaat.
Dan kan ik mijn belofte waarmaken.
Een nieuwe, warme, zorgzame thuis
voor kater Pirou.




woensdag 25 juli 2018

Jardin Agapanthe

Wij houden van Normandië CeT en ik.
De streek kenden we al voor we elkaar ontmoetten.
We hebben er allebei andere herinneringen.
Maar we hebben er ook vele gezamenlijke herinneringen.
Vakanties met onze kinderen en mijn ouders. Drie generaties samen.
Niet altijd gemakkelijk, maar toch heel fijn.
Vakanties met ons gezin in een gîte.
Weekendjes met één kind.
Een weekje met de schoonouders
op bezoek bij de Franse familieleden.

Als CeT en ik er even tussenuit willen,
dan trekken we vaak die richting uit.
Vijf uurtjes rijden, da's goed behapbaar.
We komen er een beetje thuis.
CeT geniet van de zee en de wandelingen over de krijtrotsen.
Ik geniet er van de tuinen.
Er zijn massa's tuinen in Normandië.
Tijdens de zomer kan je ze bezoeken.
Door de jaren heen hebben we in de Seine Maritime
zowat alle tuinen bezocht.


Af en toe wil ik terugkeren naar de plekjes
die me het meeste aanspraken.
De jardin Agapanthe is zo'n plekje.
We waren er negen jaar geleden.
Vorige week wou ik er nog eens een bezoekje brengen.

Ik vind deze tuin één van de meest romantische in de streek.
Ik laat jullie meegenieten:










Kan iemand me vertellen welke plant / struik dit is?
CeT was er helemaal weg van en wil die graag in onze tuin:


vrijdag 6 juli 2018

Ouderwets

Zal ik jullie eens iets bekennen?
Ik heb een heel ouderwets trekje.

Nochtans vind ik mezelf best wel modern.
Ik werk met word,
maak soms excel-tabellen
kan met powerpoint overweg.
Ik ga het huis niet uit zonder smartphone.
Op vakantie neem ik mijn tablet mee.

Maar schrijven?
Dat doe ik met een vulpen.
Jawel hoor, vulpennen bestaan nog!


Als kind leerde ik schrijven met een  pen en een inktpot.
Vanaf het zesde leerjaar mochten we een vulpen.
Bij mij was het liefde op het eerste gezicht.
En ik gebruik  nog steeds een vulpen.
Niet voor een boodschappenlijstje of een korte kribbel.
Wel om leutige verhalen in mijn schriftjes neer te pennen.

De inkt die vloeiend uit de pen stroomt,
de langzaam opdrogende tekens,
het vloeipapier als ik een blad omsla.
Het heeft bijna iets sensueels.

Ik ben zelfs een beetje 'moeilijk'.
De pen moet fijn genoeg zijn,
de inkt koningsblauw,
het papier ietsje glanzend
ietsje, niet te veel.


Mijn vulpen en ik.
Twee makkertjes.
Liefde voor het leven.
En dat maakt me blij op deze leutige vrijdag.

Gebruik jij nog een vulpen?

woensdag 4 juli 2018

Souvenirs souvenirs

Het begon met één sjaaltje,
ergens in een klein winkeltje
in een Frans stadje.

Langzaam werd het een gewoonte.
Souvenirs brengen we zelden mee 
als we op reis gaan.
Maar ik koop wel in elk land een sjaal.


Ik heb er ondertussen tientallen.
Eén schap in mijn kleerkast volstond niet meer.
De sjaaltjes verhuisden
naar een box onder mijn bed.


Ja hoor, ik draag ze allemaal.
Ik heb ze in vele kleuren,
modellen en uitvoeringen.


Van september tot april
zie je me zelden zonder sjaal.
Van elk exemplaar weet ik nog
waar ik het kocht
en welk vakantieverhaal er bij hoorde.
Als ik er 's morgens eentje uitkies,
zie ik altijd een flits van
de mooie plekjes uit één van onze vakanties.
Een leuk begin van de dag.

Brengen jullie vaak souvenirs mee naar huis?


PS: herkenden jullie de titel van deze blogpost?
Het is een popliedje uit de jaren 60.
Weet je ook nog wie het zong?