De dag is nog niet ten einde.
Ik kan jullie nog net vertellen wat mijn vrijdag vandaag leutig maakt.
In april ging ik met CeT naar een meubelwinkel.
We zochten nieuwe zitmeubelen voor ons salon.
Onze zetels waren écht aan vervanging toe.
Begin deze maand werd alles geleverd.
Die dag stond ik vroeg op en begon met meubels te zeulen.
Ik had een stiekem ideetje.
Van tevoren had ik alles uitgemeten.
Tussen de piano en de muur,
net voor het kleine venster,
met zicht op mijn geliefde tuin.
Mijn eigen computerplekje.
Ik zonder me niet graag af.
Ik hou van de animatie in mijn hotel mama
als er wat jong volk rond mij zit.
En zeg nu zelf
zo'n eigen plekje
aan de rand van het salon:
dat is toch ideaal!
Ik heb het aangekleed met enkele dierbare cadeautjes
en nog wat prulletjes die ik zelf kocht.
Een heel klein beetje rommel mag.
Dat vind ik gezellig.
Helemaal vlimbouter!
Is dat niet gewoon super leutig?
Een fijn weekend aan alle lezers!
vrijdag 18 augustus 2017
woensdag 9 augustus 2017
Les sapins
De jaren 70 van vorige eeuw. Mijn eerste kennismaking met Normandië. Ik vergezelde mijn ouders. Ze zouden een roadtrip doen, de hele streek verkennen, elke dag een ander hotel. Het laatste hotel in de reeks was het meest memorabele.
We komen aan rond 17 uur. Een mooie oprijlaan, een pittoresk hotel boven op de klif. We willen voor het avondeten nog even naar het strand. De eigenares verzekert ons dat we dit perfect te voet kunnen. Er is een klein wegje: door het privébos van de buren, door een valleitje en dan via een trap. We kunnen binnen het kwartier op het strand staan.
Het is een idyllische wandeling. We zijn enthousiast. Na het avondeten keren we zeker terug.
Enkele uren later staan we terug op het strand. We genieten van de ondergaande zon en vergeten de tijd. In het schemerdonker wandelen we terug. Eerst de trap, dan het valleitje en ter hoogte van het privébos valt de nacht bijna. In de verte blaft een hond. Mama heeft een hondenfobie. “En wat als de buren ’s nachts hun honden los laten om het privébos te bewaken?” Ze weigert nog door het bos te stappen. Papa is een uitstekend kaartlezer, maar de stafkaart ligt in de hotelkamer.
We stappen langs de weg verder … tot … die afbuigt in een richting die zeker niet naar het hotel voert. Nu houdt papa voet bij stuk. We keren terug op onze stappen en gaan toch via het wegje door het privébos. In het maanlicht dan maar. Hij geeft niet toe aan die onzin over honden. Mama en ik gaan schoorvoetend mee. Onze oren staan gespitst. Horen we daar het gesnuif van een enorme waakhond? Worden we beslopen door een bende bloeddorstige wolfachtige wezens? We stappen snel door en bereiken veilig het hotel.
Maar… het hotel blinkt eenzaam in het maanlicht. Geen lichtje meer te bemerken. De inkom deur is op slot, niemand meer aan de balie… Mama stopte bij het vertrek de kamersleutels in haar handtas. Die passen niet op de buitendeur. Tja, aanbellen dan maar.
Er gebeurt niets … enkel stilte en donkere nacht…
We bellen nog eens… Plots gaat boven onze hoofden een raam open. Een hoofd, omlijst door krulspelden piept naar buiten. We leggen het probleem uit. Enkele minuten later komt de eigenares in kamerjas en mét krulspelden naar beneden. Ze is niet blij! Als we het hotel verlaten moeten we ALTIJD de sleutels afgeven, ook al keren we nog terug! Zoniet kan ze geen hulp sturen als er iets met ons gebeurt op het strand. Schuldbewust zoeken we onze kamers op…
Ik kwam al vaak met mijn gezin in dezelfde buurt. Ik speurde de streek af naar het hotel van toen. Zonder succes. Aan papa kan ik het niet meer vragen. Hij zou het adres nog wel hebben geweten.
Deze zomer reserveerde ik in dezelfde buurt. Ik wou nog eens op zoek naar het hotel van toen. Misschien zou ik het nog wel herkennen… Ik had weinig aanknopingspunten. Tenzij… de dia’s uit het ouderlijke huis. Bij de opruim had een broer ze meegenomen. Hij haalde er alle dia’s van mensen uit. De rest zou weggegooid worden. De dia's kwamen eerst nog naar mij: een grote berg in mijn garage. Ik wil alle dia’s nog eens één keertje bekijken vooraleer ze onherroepelijk weggaan. Ik zocht in de berg naar de dia’s uit de jaren 70. De reis naar Normandië. En ja hoor, ik vond een dia van het bewuste hotel. Papa had zelfs heel secuur de naam genoteerd: “hotel des sapins”.
De rest was kinderspel. Na een halfuurtje zoeken op Google lokaliseerde ik het hotel.
Het gebouw bestaat nog. Het is geen hotel meer. De eigenaars hebben alles afgesloten voor nieuwsgierige blikken. Maar toch loerde ik door het struikgewas. Even vertoefde ik in de sfeer van toen.
Bron: www.delcampe.net |
Het is een idyllische wandeling. We zijn enthousiast. Na het avondeten keren we zeker terug.
Enkele uren later staan we terug op het strand. We genieten van de ondergaande zon en vergeten de tijd. In het schemerdonker wandelen we terug. Eerst de trap, dan het valleitje en ter hoogte van het privébos valt de nacht bijna. In de verte blaft een hond. Mama heeft een hondenfobie. “En wat als de buren ’s nachts hun honden los laten om het privébos te bewaken?” Ze weigert nog door het bos te stappen. Papa is een uitstekend kaartlezer, maar de stafkaart ligt in de hotelkamer.
We stappen langs de weg verder … tot … die afbuigt in een richting die zeker niet naar het hotel voert. Nu houdt papa voet bij stuk. We keren terug op onze stappen en gaan toch via het wegje door het privébos. In het maanlicht dan maar. Hij geeft niet toe aan die onzin over honden. Mama en ik gaan schoorvoetend mee. Onze oren staan gespitst. Horen we daar het gesnuif van een enorme waakhond? Worden we beslopen door een bende bloeddorstige wolfachtige wezens? We stappen snel door en bereiken veilig het hotel.
Maar… het hotel blinkt eenzaam in het maanlicht. Geen lichtje meer te bemerken. De inkom deur is op slot, niemand meer aan de balie… Mama stopte bij het vertrek de kamersleutels in haar handtas. Die passen niet op de buitendeur. Tja, aanbellen dan maar.
Er gebeurt niets … enkel stilte en donkere nacht…
We bellen nog eens… Plots gaat boven onze hoofden een raam open. Een hoofd, omlijst door krulspelden piept naar buiten. We leggen het probleem uit. Enkele minuten later komt de eigenares in kamerjas en mét krulspelden naar beneden. Ze is niet blij! Als we het hotel verlaten moeten we ALTIJD de sleutels afgeven, ook al keren we nog terug! Zoniet kan ze geen hulp sturen als er iets met ons gebeurt op het strand. Schuldbewust zoeken we onze kamers op…
Ik kwam al vaak met mijn gezin in dezelfde buurt. Ik speurde de streek af naar het hotel van toen. Zonder succes. Aan papa kan ik het niet meer vragen. Hij zou het adres nog wel hebben geweten.
Deze zomer reserveerde ik in dezelfde buurt. Ik wou nog eens op zoek naar het hotel van toen. Misschien zou ik het nog wel herkennen… Ik had weinig aanknopingspunten. Tenzij… de dia’s uit het ouderlijke huis. Bij de opruim had een broer ze meegenomen. Hij haalde er alle dia’s van mensen uit. De rest zou weggegooid worden. De dia's kwamen eerst nog naar mij: een grote berg in mijn garage. Ik wil alle dia’s nog eens één keertje bekijken vooraleer ze onherroepelijk weggaan. Ik zocht in de berg naar de dia’s uit de jaren 70. De reis naar Normandië. En ja hoor, ik vond een dia van het bewuste hotel. Papa had zelfs heel secuur de naam genoteerd: “hotel des sapins”.
De rest was kinderspel. Na een halfuurtje zoeken op Google lokaliseerde ik het hotel.
Het gebouw bestaat nog. Het is geen hotel meer. De eigenaars hebben alles afgesloten voor nieuwsgierige blikken. Maar toch loerde ik door het struikgewas. Even vertoefde ik in de sfeer van toen.
Abonneren op:
Posts (Atom)