vrijdag 14 oktober 2016

Het blauwe bordje

Op een rek in mijn keuken staat een blauw-grijs gespikkeld bordje.
Het is een oud metalen bordje, langs de buitenkant geëmailleerd.
Stukjes email zijn eraf gesprongen. Hier en daar is het metaal zichtbaar.
Nee, het is geen pronkstuk.
Maar toch is het me zeer dierbaar.
Het maakt me blij op deze leutige vrijdag.
Het doet me wegdromen…

Ik ben een klein meisje. 
Soms ga ik logeren bij ‘peter’, de papa van mijn papa. 
Vaak gebeurt dat niet, want peter woont op nauwelijks 1 km. van ons huis. 
Ik vind die logeerpartijtjes leutig. 
Peter is een zachte man met helderblauwe ogen. 
Hij wandelt met mij door de velden. 
Hij leert me om geen schrik te hebben van koeien . 
Omzichtig tilt hij de prikkeldraad op en laat me in de wei om veldbloemen te plukken. 
Hij leert me de vogels en hun nesten kennen. 
Soms haalt hij een eitje uit het nest. 
Groen gespikkelde eitjes van een merel, 
blauwgroene van een heggemus, 
witbruin gespikkelde van een pimpelmees 
en grote witte eieren van de houtduif.
Spelenderwijs onderwijst hij me over de natuur.


’s Morgens eten we havermoutpap. 
Peter maakt elke morgen verse pap met veel suiker. 
Steeds in hetzelfde steelpannetje op de Leuvense stoof. 
Hij heeft een speciaal bordje waarin hij de pap eet. 
Ik krijg een ander bordje. 
Want dat blauwe bordje is van hem. 
Broederlijk lepelen we naast elkaar onze pap op.

Enkele maanden geleden was ik op bezoek bij mijn tante in het grootouderlijk huis. 
We haalden herinneringen op. 
Ik vertelde over de havermoutpap.
En kijk, mijn tante ging naar een keukenkast en schonk me het blauwe bordje.
Het is helemaal versleten. 
Ervan eten kan je niet meer.
Toch kan ik het niet weggooien. 
Als ik ernaar kijk, denk ik 
aan mijn grootvader met de helderblauwe ogen, 
aan de smaak van zijn havermoutpap, 
aan mijn kinderjaren.

10 opmerkingen: